Kantoorklachtenregeling

 

Vanaf 1 januari 2015 dienen advocaten over een kantoorklachtenregeling te beschikken, die op elke opdracht van toepassing moet worden verklaard (artikel 6.28 Verordening op de Advocatuur). De regeling moet voorzien in een interne klachtbehandeling door een klachtenfunctionaris.

In geval van eenmanskantoren mag dit de advocaat zelf zijn. Voorts dient de regeling aan te geven welke onafhankelijke partij het geschil beslecht als partijen er in de interne klachtbehandeling niet uitkomen. Dat kan de civiele rechter zijn, een bindend adviseur of arbiter, zoals bijvoorbeeld de Geschillencommissie Advocatuur. Advocaten kunnen voor het opstellen van de klachtenregeling gebruik maken van het model kantoorklachtenregeling.